Sociaal samenleven, sociale economie

Hoe meer mensen niet voor zichzelf maar voor elkaar zorgen - en de wederzijdse afhankelijkheid daarin respecteren - hoe groter het welzijn van alle betrokkenen kan worden. (Rudolf Steiner)

2016-12-07 17.03.38.jpg

Sociale kunst

Rudolf Steiner hield zich intensief bezig met de vragen rondom het spanningsveld dat ontstaan is door de individualisering van de moderne mens. Hoe komt de moderne, geïndividualiseerde mens, samen met de anderen, tot een samenleving waarin individu én gemeenschap tot bloei kunnen komen?

De sociale hoofdwet van Rudolf Steiner

In de sociale hoofdwet beschrijft Rudolf Steiner een toekomstgerichte economische ontwikkeling waarin hij een verband beschrijft tussen altruïsme en welzijn: hoe meer mensen niet voor zichzelf maar voor elkaar zorgen - en de wederzijdse afhankelijkheid daarin respecteren - hoe groter het welzijn van alle betrokkenen kan worden.

Dit gegeven, dat in het sociale leven een ‘wetmatigheid’ vormt, is ook in brede zin maar in het bijzonder in de economie van belang.

“Het welzijn van een geheel van samenwerkende mensen is des te groter, naarmate de enkeling minder aanspraak maakt op het resultaat van zijn prestaties, dat wil zeggen naarmate hij meer daarvan aan zijn medewerkers afstaat en naarmate meer van zijn behoeften niet uit eigen prestaties, doch door de prestaties van anderen worden bevredigd.”

Door samen te werken om de behoeften van anderen te vervullen, en door samen te delen wat samen bewerkt is, wordt naar concrete broederschap toegewerkt. Dat nodigt uit tot een bezinning op arbeidsdeling, vernieuwing van het eigendomsrecht, de juiste prijs en de rol van de consument in de moderne wereldeconomie.

Sociale toekomst

De samenleving is ‘ziek’ omdat aan de creatieve en de sociale behoeften van mensen wordt voorbijgegaan. Dit is niet alleen een kwestie van politiek en economie, maar ook en vooral van een onwerkelijk mens- en wereldbeeld.

Voordrachten van Rudolf Steiner over het sociaal-maatschappelijke leven die meer dan zeventig jaar geleden zijn gehouden, zijn nog immer van belang voor de huidige tijd. De maatschappij en economie is gericht op meer, meer, meer. We hebben een consumptiemaatschappij gecreëerd. De economie is ingericht op een manier die geen recht meer doet aan wat economie werkelijk is.

Geld: autonomie of een slavernij?

Het concept van geld is gecreëerd als een schuld met rente waardoor het al een ingebakken schaarste is in het systeem. Op dit moment creëert geld en het systeem zoals het nu werkt, een ongelofelijke machtsverhouding. Er is altijd een grotere schuld dan dat er een hoeveelheid geld is. Er ontstaat groeiverplichting.

We hebben weinig ruimte en tijd meer om er te zijn voor elkaar. Voorbeelden zijn er van mannen en vrouwen die niet vrij zijn in hun keuze om te doen wat ze graag doen en wat goed is voor de samenleving en gemeenschap: Goede liefdevolle zorg leveren dichtbij.

Stel je hebt een kindje van twee jaar oud, je moeder woont nog thuis en die heeft wat verzorging nodig en je hebt ook nog een buurvrouw waar je wat boodschappen voor doet en waar je een oogje in het zeil houdt, want die is niet goed ter been. Als je beslist zelf voor het kind te zorgen en voor de moeder en voor de buurvrouw, dan verdien je 0,0 en je hebt geen pensioen, geen rechten, je hebt niks.
Als je je kind naar de opvang brengt, je moeder naar het verzorgingstehuis, en je buurvrouw ook of naar een aanleunwoning, en je gaat zelf bij thuiszorg in het gezin van iemand anders dezelfde dingen doen dan verschijn je al die keren in het Bruto Nationaal Product (BNP). Want dan heb je bijgedragen aan de opvang en het verzorgingstehuis, en je krijgt zelf ook nog wat pensioen. Het kan je verscheuren, omdat je dat eigenlijk zo niet wilt. Waar het om gaat is dat je de vrijheid niet hebt om die keuze te maken. Terwijl het onze natuur is, zorg te hebben om elkaar en keuzevrijheid.

Wat is vooruitgang?!

De illusie van geld en autonomie is de grootste bron van crisis, van oorlog, van burn-out, van ziekte! Je telt in bovenstaand voorbeeld niet mee in het BNP en dus niet binnen de beoordeling of de economie zgn. gezond is. Geld is in hoofden van mensen vooruitgang. Dat is het niet. Het is slavernij. (Anneleen de Bonte)

In een sociale toekomst kan het anders, doe ik het anders.

“We hoeven niet te wachten met ons leven tot er een oplossing is voor de coronacrisis, voor iedere crisis, voor ieder probleem. Sterker nog: hoe sneller we leren om te gaan met de onzekerheid van ons bestaan, de kwetsbaarheid van het leven, de onmacht om alles te kunnen controleren, hoe sneller we samen een nieuwe toekomst zullen creëren. Als we elkaar bekrachtigen in dat proces, dan ontstaat er een vliegwieleffect dat zijn weerga niet kent.”

“Het vernieuwingsproces vraagt om nieuwe balans op alle terreinen in ons leven. Dat begint bij onszelf en als we allemaal één iemand in onze omgeving zouden helpen bij het vinden van die hernieuwde balans, dan kunnen we met elkaar wonderen verrichten.”
(New Financial Forum)

Dienen in plaats van verdienen

Om bij te dragen aan die wonderen leef ik : Niet ‘voor wat hoort wat’ voorop; en niet ‘je moet het wel verdienen’. Wel leef en werk ik door te dienen: doen wat nodig is, daarmee zet ik niet geld maar waarden voorop. Ik wil anders gezegd geen slaaf zijn van het systeem en eigen regie behouden.

Met een ruime en brede ervaring in allerlei rollen en sectoren, maar vooral door mezelf te zijn, werk ik mee aan de transitie naar een waarden-gedreven inclusieve samenleving en economie. Waarin iedereen ertoe doet, we authentiek durven zijn, we delen, waarin we zorg hebben voor onszelf, de aarde en om elkaar. Daarin wordt wat we bijdragen, ook geld, weer dienend aan het geheel.

Ons economisch model en de institutionele wereld is niet ingericht op waardering van dat wat van essentiële waarde is. En toch is het van belang voor ons aller welzijn!

Mijn werk en leven wil ik dus niet laten leiden door verdienmodellen en ‘uurtje-factuurtje’-denken. Dat betekent in de praktijk voor mij: Samenleven door Er te zijn. In een ontmoeting laat ik me niet belemmeren en weerhouden mezelf wel of niet te delen door onderscheid te maken tussen ‘er zijn’ (werk) en betaald werk. Ik heb regie over eigen agenda en als mijn omgeving daar om vraagt, weet ik of ik er kan zijn; ik laat me niet weerhouden door ‘ik moet eigenlijk geld verdienen’, of ‘ik moet eigenlijk zorgen dat ik opdrachten binnenhaal’, of ‘eigenlijk moet ik solliciteren’ etc. Nee als het past en wenselijk is, dan doe ik.

In de praktijk

In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld:

Een vriendin op leeftijd helpen met het schilderen van haar schuur, maar ook meegaan naar het ziekenhuis. Bij de man zijn die dementerend en terminaal is, nabij zijn en naast hem slapen. Er zijn voor zijn vrouw op een manier dat ze ruimte houdt voor alle moeilijke beslissingen die ze moeten nemen.

Zorg regelen en verlenen voor oma omdat we haar uit een tijdelijke instelling halen die niet goed voor haar was. En ook de vrouw die al jaren niet meer wil leven.., haar bezoeken, steunen als ze zich durft uit te spreken naar de institutionele wereld waar ze zich niet gehoord voelt. Nabij zijn als er een groot verlies is, als jong volwassenen hun vriend moeten missen. Er zijn voor mijn dochter, simpel beschikbaar zijn, moeder zijn. Ruimte en tijd houden voor eigen ontwikkeling en voor onderhoud van huis en tuin.

Meedenken en meewerken aan een vorm om meer bewustzijn te creëren over economie en daar inspiratie over delen: wat is economie eigenlijk echt, wat is economische waarde? Wat doet geld nu in de euro-economie en hoe kan circulair geld dienend zijn aan een meer duurzame wereld?

Mensen hebben zoveel toe te voegen en bij te dragen én willen dat ook heel graag. Juist aan die betere wereld. Helaas kom ik het zoveel tegen, onbenut potentieel. Ik wil ze nabij kunnen zijn, ze ondersteunen en een veilige omgeving kunnen blijven bieden om tevoorschijn te (durven) komen. Tevoorschijn in al hun wijsheid.

Previous
Previous

Gaten vullen

Next
Next

Sociale economie met circulair geld